Skip to main content

Géén gedeeltelijke transitievergoeding in geval van een substantieel lager salaris; alleen bij een substantieel urenverlies

24 april 2020

In de Kolom-beschikking van de Hoge Raad van 14 september 2018 (ECLI:NL:HR:2018:1617) heeft de Hoge Raad bepaald dat er in omstandigheden sprake kan zijn van recht op een ‘gedeeltelijke transitievergoeding’. Als de aanspraak op een gedeeltelijke transitievergoeding niet zou worden aanvaard, zou de werknemer door een ‘substantiële en structurele vermindering’ van de arbeidstijd een deel van de transitievergoeding mislopen waarop hij bij een algehele beëindiging van de arbeidsovereenkomst op dat moment aanspraak zou hebben. Zo redeneerde de Hoge Raad. Dat riep allerlei vragen op. Bijvoorbeeld of de werknemer bij herplaatsing in een lager betaalde functie dan ook aanspraak zou kunnen maken op een gedeeltelijke transitievergoeding.

De regel die de Hoge Raad in de Kolom-beschikking vestigde is als volgt. De mogelijkheid van gedeeltelijk ontslag met daaraan gekoppeld de aanspraak op een gedeeltelijke transitievergoeding moet worden aanvaard voor het bijzondere geval dat wordt overgegaan tot een substantiële en structurele vermindering van de arbeidstijd van de werknemer. Is dat het geval, dan is een gedeeltelijke transitievergoeding dus op haar plaats. Bij een substantiële vermindering van de arbeidstijd gaat het om een vermindering van de arbeidstijd met ten minste twintig procent. Structureel houdt in dat de vermindering naar redelijke verwachting blijvend zal zijn. De gedeeltelijke transitievergoeding dient berekend te worden naar evenredigheid van de vermindering van de arbeidstijd en uitgaande van het loon waarop voorheen aanspraak bestond.

In de kwestie waarin de Hoge Raad recent een uitspraak heeft gedaan (17 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:749) was een werkneemster als lerares werkzaam met een werktijdfactor van 1,0 met een salaris van € 3.313,- bruto per maand. Na langdurige arbeidsongeschiktheid werd aan haar ontslag verleend op grond van de cao en werd zij aansluitend herplaatst als onderwijsassistente met een werktijdfactor van 0,8 en een salaris van € 1.706,40. In de Kolom-beschikking had de Hoge Raad al aangegeven dat het niet uitmaakt hoe de vermindering van arbeidsduur plaatsvindt. Dat kan dus zijn in de vorm van een gedeeltelijke beeindiging, een algeheel ontslag gevolgd door een nieuwe, aangepaste arbeidsovereenkomst, dan wel door het aanpassen van de arbeidsovereenkomst. In al die gevallen bestaat aanspraak op een gedeeltelijke transitievergoeding.

De werkneemster leverde door de herplaatsing dus 0,2 werktijdfactor in en ging er daarnaast in salaris flink op achteruit. In de door haar aanhangig gemaakte procedure werd geoordeeld dat zij in ieder geval recht had op een gedeeltelijke transitievergoeding in verband met de vermindering van haar arbeidsduur met twintig procent. Daarnaast speelde de vraag of zij – daarnaast – recht heeft op een gedeeltelijke transitievergoeding als vergoeding voor het substantiële inkomensverlies dat zij lijdt door de herplaatsing in een functie met een lagere salarisschaal kent. Nee, zegt de Hoge Raad nu. Herplaatsing in een andere passende functie met een lager salaris is geen vorm van beëindiging als bedoeld in artikel 7:673 BW. Herplaatsing is juist om beëindiging te voorkomen.

Een gedeeltelijke transitievergoeding past dus wel in de systematiek van de – op verlies van werk (ontslag) gebaseerde – wettelijke regeling van de transitievergoeding. Maar die wettelijke regeling is niet bedoeld om een vergoeding aan de werknemer toe te kennen voor verlies van inkomen om andere redenen. Een substantiële salarisvermindering geeft dus geen recht op een gedeeltelijke transitievergoeding. Om aanspraak te kunnen maken op een gedeeltelijke transitievergoeding moet sprake zijn van een vermindering van arbeidsduur met ten minste twintig procent. Dat is dan ook weer helder!

Leon Toonen

Advocaat bij WVO Advocaten

Gepubliceerd op LinkedIn, 24 april 2020

Nieuws & Kennis

AlgemeenWorkshops en opleidingen
24 juli 2025

ZW ERD voor bedrijfsartsen en arbeidsdeskundigen: do’s and don’ts

JTVCc2hvd3NjYXRzJTVEBen jij arbeidsdeskundige of (bedrijfs)arts en werk je met Ziektewetdossiers voor een werkgever die eigenrisicodrager is (ERD-ZW)? Dan weet je…
AlgemeenArbeidsrechtDilemma VrijdagRechtspraakSamantha Kranenburg
17 oktober 2025

Dilemma vrijdag 😎: Mag je ouderschapsverlof weigeren omdat klanten langer moeten wachten aan de telefoon?

JTVCc2hvd3NjYXRzJTVEMag een werkgever ouderschapsverlof weigeren omdat de klanten door een lagere bezetting dan een paar seconden langer moeten wachten aan…
AlgemeenArbeidsrechtNatascha SchenkSociale zekerheidToonaangevend in Arbeid en VerzuimZiekte en verzuim
13 oktober 2025

Sociaal loon: wel of niet betrekken bij compensatie transitievergoeding?

JTNDaDMlMjBzdHlsZSUzRCUyMmNvbG9yJTNBJTIwJTIzMDA4YzliJTNCJTIyJTNFJTVCcG9zdF9wdWJsaXNoZWQlNUQlM0MlMkZoMyUzRQ==JTVCc2hvd3NjYXRzJTVEUit sociale overwegingen kies je ervoor je werknemer een hoger loon te betalen dan eigenlijk realistisch is. Hartstikke vriendelijk uiteraard…