Werkgevers, zeg schriftelijk aan!
22 oktober 2020
Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd loopt af en de werkgever laat de werknemer mondeling weten dat de arbeidsovereenkomst niet zal worden verlengd. Voor de werknemer stond na deze mededeling vast dat zijn arbeidsovereenkomst zou eindigen: hij informeerde zijn collega’s over zijn vertrek, hij paste zijn LinkedIn-profiel aan, voerde overdrachtsgesprekken en solliciteerde onder werktijd naar andere functies. Vlak voor het einde van de arbeidsovereenkomst, bevestigde de werkgever de mondelinge aanzegging nog schriftelijk. De werknemer vordert vervolgens betaling van de aanzegvergoeding, terecht?
Ja, aldus het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (JAR 2020/235). Artikel 7:668 BW, het artikel over de aanzegverplichting van de werkgever, is van dwingend recht. De aanzegverplichting is in de wet opgenomen om een werknemer met een tijdelijk contract niet tot het einde in onzekerheid te laten over het wel of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. De schriftelijke aanzegging geeft uitdrukking aan wat goed werkgeverschap is. Als de werkgever niet schriftelijk duidelijkheid verschaft aan de werknemer over het al dan niet verlengen van de arbeidsovereenkomst, moet een aanzegvergoeding worden betaald. Daaraan doet niet af of wel of niet mondeling duidelijkheid is gegeven.
De les die uit deze uitspraak te leren is: zeg altijd (tijdig) schriftelijk aan (eventueel na een mondelinge aankondiging).
Gepubliceerd op LinkedIn, 22 oktober 2020