UWV komt niet opdagen en verliest rechtszaak
14 juli 2021
UWV komt niet opdagen en verlies rechtszaak. Wat was er aan de hand?
De rechtbank Amsterdam had een zaak in behandeling van een mevrouw die vanaf 2006 een WGA-uitkering ontvangt (ECLI:NL:RBAMS:2021:843). Deze mevrouw was volledig arbeidsongeschikt bevonden. In de periode na 2006 had het UWV twee heronderzoeken verricht, namelijk in 2009 en in 2018. Ook in deze heronderzoeken bleek dat van een verbetering geen sprake was. Ook werd een verdere verbetering van de belastbaarheid niet verwacht. In 2018 werd daarom door het UWV een IVA-uitkering toegekend.
In 2020 werd een derde herbeoordeling uitgevoerd. Het UWV oordeelde nu dat gรฉรฉn enkele sprake was van arbeidsongeschiktheid (0%). De uitkering werd door het UWV beรซindigd. Deze mevrouw was het hiermee niet eens en stapte naar de rechter. Zij heeft de rechtbank verzocht om dit besluit van het UWV (om de uitkering te stoppen) voorlopig te schorsen in afwachting van de bodemprocedure.
De rechter stelde vast dat deze mevrouw al bijna 15 jaar een uitkering ontvangt omdat zij volledig arbeidsongeschikt door het UWV werd bevonden, terwijl het UWV nu vindt dat zij 0% arbeidsongeschikt is. De rechtbank oordeelde dat het UWV in dat geval goede redenen moet hebben een zo langlopende uitkering te beรซindigen. Het onderliggende dossier werd door de rechtbank beoordeeld.
Kort gezegd, bleek volgens de rechtbank uit het dossier onvoldoende wat de precieze redenen van het UWV hiervoor zijn. De rechter had dus twijfels bij deze beslissing van het UWV.
De rechter oordeelde dat deze mevrouw – bij een voor haar zo ingrijpend negatief besluit dat haaks staat op besluiten van het UWV van de afgelopen 15 jaar – in elk geval mag verwachten dat het UWV haar actuele medische situatie zo volledig mogelijk in beeld brengt.
Het UWV was echter niet op de zitting om het besluit toe te lichten. Daarom gaf de rechter deze mevrouw het voordeel van de twijfel en werd het UWV in het ongelijk gesteld.
Deze zaak staat niet op zichzelf. Ook in een andere zaak verscheen het UWV niet op de zitting, waardoor het UWV de vraagtekens van de rechtbank niet heeft kunnen wegnemen. Ook in die procedure kreeg het UWV ongelijk (ECLI:NL:RBAMS:2021:1066).
Gepubliceerd op LinkedIn, 14 juli 2021