Iedereen die zich bezighoudt met verzuim en re-integratie weet dat de bedrijfsarts en de UWV-verzekeringsarts het niet altijd met elkaar eens zijn. Dat is voor alle betrokken partijen vaak erg lastig en zorgt voor veel onduidelijkheid. In LawTalk 108 bespraken wij daarom de vraag welk oordeel zwaarder weegt: dat van de bedrijfsarts of toch dat van de verzekeringsarts in het kader van een deskundigenoordeel?
In dit artikel duiken wij verder in deze materie en staan we stil bij de verplichting van hoor en wederhoor. In hoeverre speelt dat een rol wanneer de verzekeringsarts een ander oordeel heeft dan de bedrijfsarts? Een aantal voorbeelden maakt dat duidelijk.
RIV-toets
Bij de beoordeling van het re-integratieverslag wordt door het UWV onder andere gekeken naar de sociaal medische begeleiding van de bedrijfsarts. Is de verzekeringsarts het niet eens met de beoordelingen van de bedrijfsarts in dat kader, dan geldt dat de verzekeringsarts altijd in overleg gaat met de bedrijfsarts. Dat staat in de Werkwijzer Poortwachter (p.35).
In dit (telefonisch) overleg geeft de verzekeringsarts aan wat zijn visie is en welke argumenten hij daarvoor heeft. De bedrijfsarts mag vervolgens zijn argumenten toelichten. Hoewel de verzekeringsarts niet verplicht is de argumenten van de bedrijfsarts over te nemen, moeten hij die argumenten wel betrekken bij zijn eindconclusie.
Bekortingsverzoek
Heeft het UWV een loonsanctie opgelegd en wordt een bekortingsverzoek ingediend, dan gelden er andere regels. De rechtbank Midden-Nederland oordeelde recent dat de verzekeringsarts in het kader van een bekortingsverzoek niet verplicht is zelf actief contact te zoeken met de bedrijfsarts.
WIA-beoordeling
Het laatste voorbeeld hangt samen met de WIA-beoordeling. Stel, de bedrijfsarts heeft vastgesteld dat de betrokken zieke werknemer slechts vier uur per dag, 20 uur per week belastbaar is. Deze werknemer vraagt een WIA-uitkering aan en in dat kader maakt de verzekeringsarts een overzicht van de beperkingen. Daarop wordt ingevuld dat de werknemer acht uur per dag, 40 uur per week belastbaar is. Kan dat zomaar?
De rechtspraak daarover is helder. De verzekeringsarts mag op zijn eigen oordeel varen als het gaat om het vaststellen van beperkingen. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dit al jaren. Ook hoeft de verzekeringsarts niet te motiveren waarom hij afwijkt van het oordeel van de bedrijfsarts. Dat werd dit jaar nog eens bevestigd door de Centrale Raad van Beroep.
Tip!
De conclusie is dan ook dat hoor en wederhoor (tussen de verzekeringsarts en de bedrijfsarts) alleen verplicht is bij de RIV-toets.
Wil je hier meer over weten? Luister dan ook LawTalk “Live” 117. Deze LawTalk is opgenomen tijdens ons jubileum-event op 8 mei 2025. De rol van de bedrijfsarts wordt in deze aflevering uitgebreid besproken door mr. Samantha Kranenburg en mr. Natascha Schenk.