Skip to main content

Geen afwijking van de referteperiode door afwijzing vaste arbeidsomvang

28 september 2020

De rechtbank Amsterdam moet zich op 3 september 2020 buigen over een kwestie waarbij de vraag was of, en zo ja hoeveel uren de werkgever moest blijven door betalen aan een oproepkracht (een toeristengids), die o.a. vanwege de coronacirsis veel minder werd ingezet door zijn werkgever. Ten aanzien van de vraag of de werknemer recht had op loon oordeelde de rechter dat dit het geval was. De coronacrisis is een exceptionele omstandigheid die niet zonder meer in de risicosfeer van werkgever of van werknemer valt. Omdat de toeristenbranche in algemene zin wel afhankelijk is van ontwikkelingen elders in de wereld, is er in deze situatie aanleiding om het risico toch vooral bij de werkgever neer te leggen. Doorslaggevend in deze belangenafweging is de omstandigheid dat werkgever in aanmerking kwam voor de NOW en een substantieel bedrag uitgekeerd heeft gekregen vanuit deze regeling.

Ten aanzien van de omvang stelde de werknemer zich op het standpunt dat het gemiddeld aantal gewerkte uren over heel 2019 representatief was. Werknemer vorderde daarom doorbetaling van 28 uur per week. De werkgever sloot aan bij de referteperiode van de afgelopen die maanden (januari, februari en maart 2020), hetgeen uitkwam op 28,6 uur per maand. De rechter volgde het standpunt van de werkgever en ging uit van de afgelopen 3 maanden als referteperiode. De wet gaat uit van 3 maanden, tenzij een van partijen aannemelijk kan maken dat een andere referteperiode representatiever is, bijvoorbeeld omdat de periode van 3 maanden precies in het laagseizoen valt. In deze kwestie heeft de werkgever op 13 januari 2020 aan de werknemer een aanbod gedaan om zijn oproepovereenkomst om te zetten in een arbeidsovereenkomst met een vaste omvang van 28 uur per week. Op grond van de WAB zijn werkgevers sinds 1 januari 2020 verplicht om oproepkrachten die 12 maanden of langer hebben gewerkt een dergelijke aanbod te doen. Dit aanbod heeft de werknemer op 28 februari 2020 afgewezen. Juist deze omstandigheid lijkt aanleiding te zijn geweest voor de rechter om niet af te wijken van de referteperiode van 3 maanden.

Bron: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2020:4354

 

Gepubliceerd op LinkedIn: 28 september 2020

Nieuws & Kennis

AlgemeenWorkshops en opleidingen
24 juli 2025

ZW ERD voor bedrijfsartsen en arbeidsdeskundigen: do’s and don’ts

JTVCc2hvd3NjYXRzJTVEBen jij arbeidsdeskundige of (bedrijfs)arts en werk je met Ziektewetdossiers voor een werkgever die eigenrisicodrager is (ERD-ZW)? Dan weet je…
AlgemeenArbeidsrechtNatascha SchenkToonaangevend in Arbeid en VerzuimZiekte en verzuim
15 september 2025

Wat ZW-eigenrisicodragers moeten weten over ziekmeldingen met terugwerkende kracht

JTNDaDMlMjBzdHlsZSUzRCUyMmNvbG9yJTNBJTIwJTIzMDA4YzliJTNCJTIyJTNFJTVCcG9zdF9wdWJsaXNoZWQlNUQlM0MlMkZoMyUzRQ==JTVCc2hvd3NjYXRzJTVEEen ziekmelding met terugwerkende kracht. Het is zeker voor ZW eigenrisicodragers vaak een doorn in het oog. Maar hoe zit…
AlgemeenArbeidsrechtDilemma VrijdagRechtspraakSamantha Kranenburg
12 september 2025

𝐃𝐢𝐥𝐞𝐦𝐦𝐚 𝐯𝐫𝐢𝐣𝐝𝐚𝐠 😎: 𝐖𝐚𝐧𝐧𝐞𝐞𝐫 𝐢𝐬 𝐢𝐞𝐦𝐚𝐧𝐝 𝐞𝐜𝐡𝐭 𝐯𝐫𝐢𝐣𝐰𝐢𝐥𝐥𝐢𝐠𝐞𝐫 𝐞𝐧 𝐰𝐚𝐧𝐧𝐞𝐞𝐫 𝐢𝐬 𝐞𝐫 𝐭𝐨𝐜𝐡 𝐬𝐩𝐫𝐚𝐤𝐞 𝐯𝐚𝐧 𝐞𝐞𝐧 𝐚𝐫𝐛𝐞𝐢𝐝𝐬𝐨𝐯𝐞𝐫𝐞𝐞𝐧𝐤𝐨𝐦𝐬𝐭 𝐦𝐞𝐭 𝐚𝐥𝐥𝐞 𝐛𝐢𝐣𝐛𝐞𝐡𝐨𝐫𝐞𝐧𝐝𝐞 𝐫𝐞𝐜𝐡𝐭𝐞𝐧, 𝐳𝐨𝐚𝐥𝐬 𝐥𝐨𝐨𝐧 𝐞𝐧 𝐨𝐧𝐭𝐬𝐥𝐚𝐠𝐛𝐞𝐬𝐜𝐡𝐞𝐫𝐦𝐢𝐧𝐠?

JTVCc2hvd3NjYXRzJTVE𝐉𝐮𝐫𝐢𝐝𝐢𝐬𝐜𝐡 𝐤𝐚𝐝𝐞𝐫 Het verschil tussen een vrijwilliger en een werknemer zit in drie wettelijke criteria (art. 7:610 BW): er moet…