Skip to main content

Werknemer kan zijn eigen werk nog in aangepaste vorm verrichten: geen ontslag!

4 februari 2022

Als een werknemer twee jaar ziek is geweest, dan kan dat aanleiding vormen voor beëindiging van het dienstverband. In de wet is langdurige arbeidsongeschiktheid als redelijke grond voor ontslag opgenomen. In de praktijk noemen we dit ook wel de zogenaamde b-grond, omdat deze grondslag is opgenomen in artikel 7:669 lid 3 onder b BW.

De arbeidsovereenkomst kan op deze grond worden beëindigd als sprake is van: “ziekte of gebreken van de werknemer waardoor hij niet meer in staat is de bedongen arbeid te verrichten, mits de periode, bedoeld in artikel 670, leden 1 en 11, is verstreken en aannemelijk is dat binnen 26 weken geen herstel zal optreden en dat binnen die periode de bedongen arbeid niet in aangepaste vorm kan worden verricht”. De vraag kan zich voordoen wanneer wel of niet sprake is van het eigen werk in aangepaste vorm. Deze vraag speelde ook recent in een procedure bij de rechtbank Den Haag.

De werknemer was op 28 augustus 2018 uitgevallen wegens ziekte. Op 8 juli 2020 heeft het UWV een arbeidsdeskundig rapport ‘Beoordeling WIA’ opgemaakt. Hierin is te lezen dat de werknemer niet geschikt is voor de maatgevende arbeid, dat zijn belastbaarheid ten opzichte van de belasting in de functie op meerdere punten wordt overschreden en dat hij per einde wachttijd maximaal 20 uur per week kan werken. Het UWV heeft het arbeidsongeschiktheidspercentage van de werknemer op 4 augustus 2020 vastgesteld op 49,7%.

De werkgever heeft vervolgens toestemming gevraagd om de arbeidsovereenkomst met de werknemer – vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid – op te mogen zeggen. Het UWV heeft dit bij besluit van 29 april 2021 geweigerd. Daarbij is kort gezegd geoordeeld dat de werknemer in staat werd geacht zijn eigen aangepaste werk voor 20 uur per week te verrichten. Na deze afwijzing heeft de werkgever de kwestie ‘in beroep’ voorgelegd aan de kantonrechter.

De kantonrechter merkt op dat in geschil is of de werknemer wel of niet binnen 26 weken zijn eigen arbeid in aangepaste vorm kan verrichten. De Uitvoeringsregels Ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid (oktober 2019) van het UWV bepalen hierover: “ (…) Bij de bedongen arbeid in aangepaste vorm kan gedacht worden aan aanpassingen van de eigen functie ten aanzien van bijvoorbeeld het aantal uren, werkrooster of (belasting in) taken. Als het gaat om de taken kan gedacht worden aan de situatie dat de werknemer nog slechts drie van de vijf taken van zijn eigen functie kan uitvoeren. Uiteraard moet bij deze situatie worden meegewogen in hoeverre dit van werkgever kan worden gevergd. Ook aanpassingen op de werkplek of van de arbeidsomstandigheden kunnen aan de orde zijn. (…)”. De Uitvoeringsregels bieden in het kader van ‘aangepast eigen werk’ dus de mogelijkheid aan de werknemer om een of meerdere taken uit zijn functieomschrijving te elimineren, teneinde de resterende taken te blijven uitvoeren.

Er moet dus gekeken worden wat als ‘de bedongen arbeid’ is overeengekomen en vervolgens moet worden bepaald of de werknemer deze arbeid in aangepaste vorm kan verrichten. Het is aan de werkgever om voldoende te stellen omtrent wat dat eigen werk is – dus wat de inhoud en omvang daarvan is – en ook waarom de werknemer dat werk vanwege arbeidsongeschiktheid niet meer – ook niet in aangepaste vorm – kan verrichten. In de Werkwijzer Poortwachter van het UWV (1 juni 2021) is opgenomen dat de werkgever de werknemer de mogelijkheid bieden om het eigen werk gedeeltelijk te hervatten. Verder moet de werkgever bekijken of er mogelijkheden zijn om door verlichting van werkzaamheden (bijvoorbeeld met behulp van technische of organisatorische aanpassingen, of voorzieningen) en overdracht van taken aan collega’s, de werknemer zo veel mogelijk weer in het eigen werk te laten functioneren. Ook aanpassing van dienstroosters en eventueel herverdeling van taken kunnen van de werkgever gevraagd worden, tenzij dit de arbeidsorganisatie te ernstig verstoort.

In dit geval oordeelde de kantonrechter dat de werkgever onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de werknemer de taken uit zijn functieomschrijving niet in aangepaste vorm en voor 20 uur per week kan uitvoeren. In het kader van het ‘aangepast eigen werk’ is het voor de werknemer dus mogelijk om zijn taken in aangepaste vorm (en in een aangepast urenaantal) met inachtneming van zijn beperkingen te blijven uitvoeren. Overigens merkt de kantonrechter nog op dat er hierbij geen sprake is van het creëren van een nieuwe functie door lichte werkzaamheden te verzamelen tot één takenpakket.

Gepubliceerd op LinkedIn: 4 februari 2022.

Nieuws & Kennis

AlgemeenWorkshops en opleidingen
28 augustus 2024

LUSTRUM – WVO EVENT 10 oktober 2024!

JTVCc2hvd3NjYXRzJTVEVanwege de vele aanmeldingen, komen nieuwe aanmeldingen op dit moment op een wachtlijst.
AlgemeenArbeidsrechtSamantha Kranenburg
4 oktober 2024

Dilemma Vrijdag 😎

JTNDaDMlMjBzdHlsZSUzRCUyMmNvbG9yJTNBJTIwJTIzMDA4YzliJTNCJTIyJTNFJTVCcG9zdF9wdWJsaXNoZWQlNUQlM0MlMkZoMyUzRQ==JTVCc2hvd3NjYXRzJTVE𝐈𝐧 𝐣𝐨𝐮𝐰 𝐛𝐞𝐝𝐫𝐢𝐣𝐟 𝐰𝐞𝐫𝐤𝐞𝐧 𝐞𝐞𝐧 𝐚𝐚𝐧𝐭𝐚𝐥 𝐦𝐞𝐝𝐞𝐰𝐞𝐫𝐤𝐞𝐫𝐬 𝐬𝐭𝐫𝐮𝐜𝐭𝐮𝐫𝐞𝐞𝐥 𝐨𝐯𝐞𝐫. 𝐓𝐞𝐥𝐭 𝐡𝐞𝐭 𝐨𝐯𝐞𝐫𝐰𝐞𝐫𝐤 𝐦𝐞𝐞 𝐯𝐨𝐨𝐫 𝐝𝐞 𝐛𝐞𝐫𝐞𝐤𝐞𝐧𝐢𝐧𝐠 𝐯𝐚𝐧 𝐡𝐞𝐭 𝐯𝐚𝐤𝐚𝐧𝐭𝐢𝐞𝐥𝐨𝐨𝐧? Jazeker,…
AlgemeenArbeidsrechtRogier Kingma
3 oktober 2024

De klachtplicht in beginsel ook van toepassing op arbeidsrechtelijke loonvorderingen

JTNDaDMlMjBzdHlsZSUzRCUyMmNvbG9yJTNBJTIwJTIzMDA4YzliJTNCJTIyJTNFJTVCcG9zdF9wdWJsaXNoZWQlNUQlM0MlMkZoMyUzRQ==JTVCc2hvd3NjYXRzJTVEOp 20 september 2024 oordeelde de Hoge Raad dat de klachtplicht ex artikel 6:89 BW in beginsel ook van toepassing…