Skip to main content

Heeft de werknemer afstand gedaan van een recht?

15 april 2022

Een werkgever – maar ook een werknemer – kan afstand doen van bepaalde rechten, bijvoorbeeld in het kader van een regeling die zij samen afspreken. Dat betekent in feite dat er wel een vordering is, maar dat daar geen beroep op wordt gedaan. Zo kan een werknemer afstand doen van een bepaalde loonvordering en omgekeerd kan een werkgever bijvoorbeeld afstand doen van een vordering met betrekking tot studiekosten. Maar wat nu als een werkgever ervan uit is gegaan dat de werknemer afstand heeft gedaan van een recht en hier toch op terugkomt?

De rechtbank Noord-Nederland heeft zich hier recent over uitgelaten. Het ging hier om het volgende.

Feiten en omstandigheden

Werknemer was bij werkgever werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor de duur van een jaar, van rechtswege eindigend op 31 mei 2021. Werknemer vervulde de functie van HR-manager en had een bedrijfsauto ter beschikking gesteld gekregen die zowel zakelijk als privé gebruikt mocht worden.

Eind maart en begin april 2021 hebben partijen gesproken over een eventuele verlenging van de arbeidsovereenkomst en over de voorwaarden waaronder verlengd zou worden. Op 6 april 2021 heeft werkgever werknemer gemaild dat de arbeidsovereenkomst niet zou worden verlengd. Bij brief van 13 april 2021 heeft werkgever werknemer bericht dat een overdracht van werkzaamheden plaats zou moeten vinden, waarna werknemer op non-actief zou worden gesteld en de bedrijfsauto zou moeten inleveren. Diezelfde dag heeft een gesprek tussen partijen plaatsgevonden waarbij de situatie is geëscaleerd. Werknemer heeft na het gesprek de bedrijfsauto ingeleverd.

Bij brief van 15 april 2021 heeft werknemer aan werkgever medegedeeld dat hij ermee akkoord was dat de vakantiedagen die hij tot en met het einde van de arbeidsovereenkomst had opgebouwd, als opgenomen zouden worden beschouwd en niet zouden worden uitgekeerd bij de eindafrekening. Werknemer berichtte verder dat hij contractueel tot en met de einddatum van de arbeidsovereenkomst recht had op de leaseauto en dat deze een bepaalde waarde vertegenwoordigde. Als teken van goede wil zag werknemer af van een financiële vergoeding daarvoor.

Na het einde van de arbeidsovereenkomst kwam werknemer echter terug op zijn bericht van 15 april 2021 en startte een procedure tegen de werkgever. Werknemer vorderde onder meer uitbetaling van zijn verlofdagen én een vergoeding van kosten voor vervangend vervoer. Werkgever stelde zich op het standpunt dat werknemer onvoorwaardelijk afstand had gedaan van het voorgaande en dat er daarom geen juridische grondslag was voor de vorderingen van werknemer.

Oordeel rechter

Artikel 7:641 lid 1 BW bepaalt dat een werknemer die bij het einde van zijn dienstverband nog aanspraak heeft op vakantie, recht heeft op uitbetaling daarvan. Dit wetsartikel is van dwingend recht. Dat betekent dat iedere afwijking daarvan nietig is. Dat wil zeggen ‘geacht wordt nooit te hebben bestaan’. De rechter oordeelt dat het slechts mogelijk is om bij de beëindiging van een dienstverband in het kader van een allesomvattende regeling afstand te doen van deze aanspraak op uitbetaling van vakantiedagen, als geen sprake is van een afwijking ten nadele van de werknemer. Partijen hebben wel gecorrespondeerd over twistpunten en in dat kader heeft werknemer ook afstand gedaan van bepaalde rechten, maar er is geen allesomvattende regeling getroffen. Daarom mocht werknemer op de voor hem nadelige akkoordverklaring terugkomen. Werkgever moet dus alsnog de verlofdagen uitkeren. Omdat zij hiermee veel te laat is, wordt ook nog eens een wettelijke verhoging van 50% toegewezen.

Ten aanzien van de bedrijfsauto oordeelt de rechter dat er geen nadere voorwaarden zijn gesteld aan de verstrekking van de bedrijfsauto en aan het voortijdig inleveren van de auto, zoals bijvoorbeeld inlevering bij non-actiefstelling. De verstrekking van de bedrijfsauto moet dan ook worden aangemerkt als een arbeidsvoorwaarde. Het privégebruik van de leaseauto is daarmee een looncomponent en valt zodoende onder de werking van artikel 7:628 BW. Dit artikel bepaalt dat een werknemer recht op loon behoudt als hij de overeengekomen arbeid niet verricht door een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van de werkgever behoort te komen. Een non-actiefstelling ligt in de risicosfeer van een werkgever. Ook artikel 7:628 BW is van dwingend recht. En ook hiervoor geldt dus – net als bij de verlofdagen – dat iedere afwijking daarvan nietig is. Daarom heeft de rechter ook de vordering ten aanzien van de vergoeding voor het privégebruik van de auto toegewezen. En ook hier werd weer een wettelijke verhoging van 50% toegewezen.

Conclusie

Als een werknemer in het kader van een beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst afstand doet van bepaalde rechten, zonder dat een allesomvattende regeling wordt gesloten bijvoorbeeld door middel van een vaststellingsovereenkomst, kan een werknemer daar in sommige gevallen dus op terugkomen. Met voor de werkgever in het hiervoor beschreven geval de zure bijkomstigheid dat zelfs de wettelijke verhoging moet worden betaald!

Als werkgever is het dus belangrijk na te gaan of door een werknemer afstand wordt gedaan van dwingendrechtelijke aanspraken. Als dat zo is, is het aan te raden hiervoor alsnog een vaststellingsovereenkomst te sluiten. Bel ons zo nodig even, dat voorkomt een boel gedoe.

Gepubliceerd op LinkedIn: 15 april 2022

Nieuws & Kennis

AlgemeenWorkshops en opleidingen
28 augustus 2024

LUSTRUM – WVO EVENT 10 oktober 2024!

JTVCc2hvd3NjYXRzJTVEVanwege de vele aanmeldingen, komen nieuwe aanmeldingen op dit moment op een wachtlijst.
AlgemeenArbeidsrechtJanna van der Kamp
24 oktober 2024

Geen beëindigingsvergoeding bij uitzicht op een nieuwe baan

JTNDaDMlMjBzdHlsZSUzRCUyMmNvbG9yJTNBJTIwJTIzMDA4YzliJTNCJTIyJTNFJTVCcG9zdF9wdWJsaXNoZWQlNUQlM0MlMkZoMyUzRQ==JTVCc2hvd3NjYXRzJTVEIn vaststellingsovereenkomsten wordt vaak een bepaling opgenomen dat werkgever de overeengekomen beëindigingsvergoeding niet verschuldigd is als werknemer bij het ondertekenen…
AlgemeenArbeidsrechtSamantha Kranenburg
18 oktober 2024

Dilemma Vrijdag 😎

JTNDaDMlMjBzdHlsZSUzRCUyMmNvbG9yJTNBJTIwJTIzMDA4YzliJTNCJTIyJTNFJTVCcG9zdF9wdWJsaXNoZWQlNUQlM0MlMkZoMyUzRQ==JTVCc2hvd3NjYXRzJTVE𝐒𝐭𝐞𝐥 𝐣𝐞 𝐠𝐞𝐞𝐟𝐭 𝐚𝐚𝐧 𝐩𝐞𝐫𝐬𝐨𝐨𝐧 𝐀 𝐝𝐞 𝐤𝐞𝐮𝐳𝐞: 𝐢𝐧 𝐝𝐢𝐞𝐧𝐬𝐭 𝐚𝐥𝐬 𝐰𝐞𝐫𝐤𝐧𝐞𝐦𝐞𝐫 𝐨𝐟 𝐰𝐞𝐫𝐤𝐳𝐚𝐚𝐦𝐡𝐞𝐝𝐞𝐧 𝐯𝐞𝐫𝐫𝐢𝐜𝐡𝐭𝐞𝐧 𝐚𝐥𝐬 𝐳𝐞𝐥𝐟𝐬𝐭𝐚𝐧𝐝𝐢𝐠𝐞. 𝐏𝐞𝐫𝐬𝐨𝐨𝐧 𝐀 𝐛𝐞𝐯𝐞𝐬𝐭𝐢𝐠𝐭…